Concept: Meerdere aanzichten
Het is mogelijk om de tekenzone op te delen in meerdere deelvensters, die elk een verschillend aanzicht van de tekening bevatten. Zo kan je makkelijk tussen de verschillende aanzichten navigeren tijdens het tekenen en heb je een beter visueel overzicht bij het maken van wijzigingen. Je kan ook zwevende deelvensters openen die je groter en kleiner kunt maken en eventueel buiten het programmavenster kunt plaatsen. Je kan de tekening vanuit meerdere aanzichten tegelijk bekijken. Begin bijvoorbeeld in één aanzicht te tekenen en voltooi vervolgens je bewerking in een ander aanzicht. Ook kan je een camera of animatiepad weergeven in één aanzicht en de actieve cameraweergave bekijken in een ander aanzicht.
Deze aanzichten zijn geen zichtvensters (hoewel je ook een zichtvenster in een van de deelvensters kunt plaatsen), maar verschillende dynamische weergaven van dezelfde tekening. Wanneer je een van de aanzichten wijzigt, zie je onmiddellijk het effect van je wijzigingen in de andere aanzichten.
De deelvensters kunnen verschillende standaard aanzichten bevatten, maar je kan ze ook gebruiken om verschillende projecties, renderstijlen, ontwerp- en/of presentatielagen en verschillende delen van de tekening weer te geven. Bovendien kan je kiezen om overal dezelfde zichtbaarheidsinstellingen voor klassen en lagen te gebruiken, of verschillende instellingen voor elk aanzicht.
Interactie aanzichten
Er kan slechts één aanzicht actief zijn. Om een ander aanzicht actief te maken, klik je op de titel van het gewenste aanzicht; de blauwe titelachtergrond en rand verspringen naar het nieuwe actieve aanzicht. Wanneer je een ander aanzicht activeert, zullen de zichtbaarheidsinstellingen voor klassen en lagen, de renderstijl en andere parameters in de Weergavebalk veranderen in overeenstemming met de instellingen van het nieuwe actieve aanzicht.
Telkens je het commando voor het gebruik van meerdere aanzichten uitvoert, wordt het huidige aanzicht in het programmavenster het actieve aanzicht in de opgedeelde tekenzone.
Wijzigingen in een bepaald aanzicht kan je op de gebruikelijke manier ongedaan maken; dit is echter niet mogelijk voor wijzigingen aan de deelvensters zelf zoals het splitsen en sluiten van vensters. Eenmaal een aanzicht gesloten is, kan het niet hersteld worden, tenzij het op voorhand bewaard werd als een bewaarde tekenzone.
Het gebruik van meerdere aanzichten is bedoeld als een mogelijke werkwijze en niet als een presentatiewijze, daarom is het niet mogelijk om de tekenzone met meerdere aanzichten af te drukken. Alleen het actieve aanzicht kan worden afgedrukt.
De schuifbalken van de tekenzone dienen alleen om het actieve aanzicht in het scherm te verplaatsen.
Aanzichten bewerken
Je kan in één aanzicht beginnen te tekenen om vervolgens je bewerking te voltooien in een ander aanzicht. Hiervoor hoef je niet van gereedschap te wisselen; plaats je cursor eenvoudigweg in een ander aanzicht en ga verder met bewerken. Selecteer bijvoorbeeld een object en activeer het gereedschap Extrudeer in een 2D/Planaanzicht, om vervolgens je cursor te verplaatsen naar een ander venster en de hoogte van de extrusie te bepalen in een isometrisch aanzicht. Zodra je cursor boven het geselecteerde object in het tweede aanzicht komt, verschijnt er een voorvertoning van de extrusie, aan de hand waarvan je de bewerking kunt voltooien.
Als een bepaalde bewerking niet voltooid kan worden in een ander aanzicht, zal de bewerking stopgezet worden wanneer je de cursor voorbij de scheidingslijnen verplaatst.
De objectbewerkmodus wordt ondersteund bij meerdere aanzichten en kan gebruikt worden om verschillende objecten in verschillende aanzichten tegelijkertijd te bewerken.
Opdeling van de tekenzone
De opdeling van de tekenzone in meerdere aanzichten, inclusief het aantal aanzichten en de instellingen van elk aanzicht, kan je wijzigen door sjablonen te creëren met de gewenste lay-out (zie Concept: Sjablonen).
Je kan de tekenzone opdelen in zo veel aanzichten als nodig voor je ontwerpproces, eventueel met zwevende deelvensters die je kan plaatsen waar je wilt. Bovendien kan je deze vensters groter of kleiner maken voor een geschikte lay-out. (Zie De opdeling van een tekenzone met meerdere aanzichten wijzigen.)
Wanneer je de functie voor meerdere aanzichten uitschakelt, wordt het actieve aanzicht opnieuw het enige aanzicht in de tekenzone. Wanneer je de meerdere aanzichten hierna weer inschakelt, worden de aanzichten geopend in dezelfde positie en met dezelfde instellingen als ervoor. Het kan wel zijn dat een ander aanzicht actief is, afhankelijk van het aanzicht waarin de tekening stond bij het inschakelen van de functie.
Zwevende deelvensters
Zwevende deelvensters creëer je door middel van een commando; je kan een deelvenster niet zwevend maken door het buiten het programmavenster te verslepen.
Zwevende deelvensters kan je groter of kleiner maken en verplaatsen los van het programmavenster. Bovendien kan je ze op dezelfde wijze als een palet minimaliseren, maximaliseren en sluiten.
In tegenstelling tot aanzichten in het programmavenster, heeft het commando Werken met meerdere aanzichten geen invloed op zwevende deelvensters. Zwevende deelvensters blijven zichtbaar zolang het Vectorworksbestand het actieve document is.
Zichtbaarheidsinstellingen
Door middel van het commando Gebruik dezelfde zichtbaarheid in alle deelvensters kan je dezelfde modelbegrenzing en zichtbaarheden voor klassen en lagen toepassen op alle aanzichten. Alle ontwerplagen in de tekening nemen dan de zichtbaarheidsinstellingen over van het aanzicht dat actief is op het moment dat je het commando uitvoert. De functie kan hierna opnieuw worden uitgeschakeld om voor sommige deelvensters andere zichtbaarheden of een andere modelbegrenzing te gebruiken.
Wanneer overal dezelfde zichtbaarheid van toepassing is en je de zichtbaarheidsinstellingen of de modelbegrenzing in een van de aanzichten wijzigt, worden alle aanzichten met ontwerplagen automatisch aangepast.
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.